Deel 2: Mijn eerste opdracht, twee studio’s in het Wapen van Cortenhoef, Herengracht 342, Amsterdam

Huis van Cortenhoef, Herengracht 342, Amsterdam

De eerste opdracht komt vaak door tussenkomst van directe familieleden die een jong startend architectenbureau een steun in de rug willen geven. Ook ik kwam in 1993 zo aan mijn eerste echte opdracht. Ik mocht in een historisch pand aan de Herengracht 342, in de grachtengordel van Amsterdam, een ongebruikt en verwaarloosd souterrain verbouwen tot een tweetal luxe studio’s. Het werd mijn eerste oefening hoe, binnen allerlei praktische beperkingen, ruimte kon worden gemaakt. Ruimte maken, het is de uitdaging die de essentie van architectuur is.

De geschiedenis van de Herengracht 342 gaat terug naar 1621 toen de secretaris ter Nieuwer Amstel, Boudewijn van Cortenhoef, de opdracht gaf dit om grachtenpand te bouwen.  Het is een imposant pand met zes bouwlagen. De gevel is van zandsteen met een eenvoudig versierd middenvenster en een echte kroonlijst op consoles. Wonen aan de gracht,  de bewoners wilden het weten ook, boven de ingang sierde in een gevelsteen het Wapen van Cortenhoef. Ca. 1719/20 werd de oud-burgemeester Alexander Velters eigenaar van het grachtenhuis.

Het woonhuis wordt in 1920 voor f 250.000 gekocht door de Rotterdamsche Bankvereeniging en als kantoor ingericht. De rudimenten hiervan zijn nog zichtbaar in het souterrain in de vorm van een immense kluis van 3 bij 4 meter. De deur, wel 25 centimeter dik, was zo zwaar dat ik hem niet kon openen. In 1926 wordt de NV Kali Syndicaat voor f 130.000 eigenares van het pand en dan worden de begane grond en de eerste verdieping gewijzigd. Tot 1973 blijft zij de eigenaar. Toen ik de opdracht tot de verbouwing kreeg, was het grachtenpand in eigendom van een Duitse belegger, de heer Wilhelm Buchmüller. In deze tijd was het, oneerbiedig gezegd, een kantoorverzamelgebouw met een inwonende conciërge. Diverse ondernemingen hadden hier in die tijd hun vestigingsplaats.

Het souterrain dat ik mocht verbouwen verkeerde in een ernstig verwaarloosde staat. Hoewel het een monumentale ruimte was, was het toen alleen restruimte. Zo stond er een heus trafohuis van het gemeentelijke energiebedrijf in, liepen er overal veelal ongebruikte leidingen, stond er een veelvoud van verlaten herenfietsen en waren er twee olietanks. De opgave was hier letterlijk: alle ruis laten verdwijnen en de monumentaliteit van de ruimte,  die gevormd werd door de elegante boogspanten, zichtbaar te maken.  Het waren stoere en krachtige elementen die fundering en de bovenverdiepingen verbonden. Bij een juiste inpassing zouden zij het karakter kunnen geven aan het nieuwe gebruik.

De opdracht was om het souterrain om te toveren tot een tweetal aantrekkelijke gemeubileerde studio’s, aan de grachtzijde een van 90 m2 en aan de tuinzijde een van 70 m2. In mijn ontwerp voor de twee studio’s richtte ik mij dus op het maken van ruimte. De bestaande bogen leverden op een vanzelfsprekende manier een ruimtelijke indeling op, waardoor zowel een open als een geborgen sfeer kon ontstaan. Met een uitgebalanceerd lichtplan werd het beperkte daglicht gecompenseerd en de bijzondere ruimte geaccentueerd. In beide studio’s is het woongedeelte geconcentreerd bij het daglicht, dus zowel aan de zijde van de gracht als aan de tuin. Met losse gebogen wanden is op een ontspannen manier een fysieke scheiding aangebracht tussen het woongedeelte en de keuken. De badkamer kreeg een overmaat, waardoor ook hier het gevoel van ruimte kan worden ervaren.

 

De Herengracht 342, mijn eerste opdracht werd een bijzondere oefening in het rehabiliteren van de ruimte, die al vanaf het eerste ontwerp deel uitmaakte van het pand, maar in verloop van tijd was dichtgeslibd. Ik deed dat door de openheid van de structuur centraal te stellen, een spel met licht en kleur te introduceren en om deze vervolgens te accentueren. De verbinding met de gracht en de tuin deed de rest.

De eerste opdracht, een mooi begin. En, wij hadden het niet kunnen verzinnen, maar het bracht ons direct een prijs, en wel de Badkamerdesign-award 1996. De jury, onder leiding van Ir. Jan Pesman, kende de prijs toe aan Janson Adriaanssen Architecten voor het ontwerp in de categorie ‘badkamers van 4 tot 9 vierkante meter’ voor het ontwerp W. Buchmüller in Amsterdam. Deze werd op 6 februari 1996 uitgereikt op de Stichting Verwarming en sanitair VK beurs in de Jaarbeurs in Utrecht. Kortom, een eerste opdracht in zo’n mooi en bijzonder pand afsluiten met een heuse Design Award. Dat beloofde nog wat 😊
De zware deur van de kluis staat altijd open. Door een open hek is de trompe-l’oeil zichtbaar die op ons initiatief is aangebracht. In de kluis is een archiefkast geplaatst, waarin alle oude documenten die de Herengracht 342 betreffen bewaard worden.

Op deze wijze wonen in de Amsterdamse Grachtengordel, die sinds 2013 op de UNESCO lijst staat van werelderfgoed, is heel bijzonder. Tot op heden zijn de studio’s in gebruik als woonruimte. De huur is echter voorbehouden aan zij die het kunnen betalen. In die zin zijn wij weer terug bij het begin, toen de Herengracht 342 door Boudewijn van Cortenhoef werd gebouwd; een vestigingsplaats voor de welgestelden in de stad. Gelukkig is de grachtengordel zelf nog wel steeds van iedereen!