CPO Nieuw Delftse Poort 8: Hoe in architectuur de constructeur dienstbaar is aan het maken van ruimte
Een van de mooiste momenten in de totstandkoming van een gebouw is de overgang van praten, tekenen, onderhandelen naar het bouwen zelf. Dan wordt wat gedroomd is langzaam werkelijkheid.
Graag laten wij u meekijken met onze fotoreeks NDP 8
De essentie van architectuur is de keuze voor de vorm en het maken van ruimte. Beiden zijn bepalend voor het karakter van een gebouw. De vorm was en is vaak ideologisch verbonden met een maatschappij opvatting. Zo was in ons land de Amsterdamse School nauw verbonden met de sociaal democratie en was de Delftse school verbonden met het katholicisme. In de tegenwoordige tijd is de vorm steeds meer een uitdrukking van de persoonlijke voorkeur van een architect.
Het maken van ruimte is een universeel gegeven binnen de architectuur. Voor iedere architect is het maken van ruimte dan ook meer dan de optelsom van het functionele programma. Bij het maken van ruimte wordt vaak gedacht aan grote gebaren, maar het bijzondere is nou juist dat het vaak ook heel klein kan zijn. Zo kan het bijvoorbeeld gaan over de entree van een woningblok, de hoogte van een verdieping of de flexibiliteit in de draagconstructie.

Wij geven een mooi voorbeeld uit onze praktijk. In ons plan voor de Nieuw Delftse Poort wilden wij aan de rechterzijde balkons maken, waarin het uitzicht zo optimaal mogelijk zou zijn. Dus kozen wij voor een oplossing zonder een kolom op de hoek. Echter tijdens de bouw zouden, vanwege een gewijzigde bouwvolgorde, de eerder berekende ‘handjes’ (Z-staal) waar een hoekbalkon op komt te liggen, niet goed meer verankerd kunnen worden aan de wapening van de breedplaatvloer.
Een voor de hand liggende oplossing voor dit probleem, is het toevoegen van een hoekkolom. Maar juist dat zou het maken van ruimte, door middel van een gevel met een open balkon, aantasten. Voor ons was dit dus geen optie, sterker nog: het was een aantasting van ons concept! Nu zijn prefab balkons van ca. 12 m2 heel zwaar en moet de montage daarvan uiteraard technisch verantwoord worden opgelost. Dat gaf wel even stress, want de bouw heeft de neiging om onverstoorbaar door te gaan.

Hoe kon onze oplossing technisch dan wel haalbaar worden gemaakt? Dat vroeg behoorlijk wat overleg en afstemming tussen aannemer, constructeurs (van ons, prefab-leverancier en breedplaat-leverancier). Maar gezamenlijk is het gelukt! De oplossing werd gevonden door een aanpassing van een detail, waarbij de ankers door de prefab balkonplaat heen bevestigd zouden worden met een contraplaat aan de bovenzijde. Hiervoor werden extra ponsberekeningen gemaakt en splijtwapening toegevoegd. Kunt u het nog volgen? Nou eigenlijk hoeft dat ook niet, want straks is er niets meer van te zien. Zo wordt de onderzijde van de loggia’s afgewerkt met verduurzaamde houten delen en aan de bovenzijde komen er keramische terrastegels op verstelbare dragers te liggen. Dat laatste zorgt er ook nog voor, dat de balkon uitstap minimaal is en dus levensloopbestendig. In de foto’s kunt u zien hoe het maken van ruimte, in dit geval op het balkon, door de constructeurs en mensen op de bouwplaats technisch mogelijk werd gemaakt.



Ruimte maken is dus een essentieel onderdeel van ons vak. Dankzij het feit dat wij te maken hebben met een aannemer en constructeur die graag meedenken, is er een mooie oplossing gevonden die het ontwerp respecteert. Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Te vaak maken architecten in hun praktijk mee dat bij te commerciële opdrachtgevers de factor verdiencapaciteit dominanter is, dan het maken van ruimte. Anders gezegd: de technisch goedkoopste oplossing prevaleert dan al snel. En dat is jammer, omdat bouwen meer is dan het efficiënt stapelen van stenen. En dat nu is het leuke bij het collectief particulier opdrachtgeverschap dat het maken van ruimte een gemeenschappelijk belang is.
Liesbeth Janson, architect en procesbegeleider CPO’s